Illegale Fotografie tijdens de Duitse bezetting > Frederik [Frits] Lamberts (1920)
In de zomer van 1943 begon Frits Lamberts serieus als amateur te fotograferen. Aanleiding was dat hij de Leica had gekregen van zijn overleden vriend Aztla Kruisinga. Diens vader was notaris en hield tijdens de Duitse bezetting een uitgebreid dagboek bij. Aztla Kruisinga en Frits Lamberts maakten hiervoor fotografische opnamen. Na het overlijden van Aztla Kruizinga zette Frits Lamberts deze fotografische activiteiten alleen voort. Met een deel van de foto's stelde Lamberts na de bevrijding zelf een fotoalbum samen. De dagboeken van Kruisinga berusten bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam.
Toen het na de oorlog onmogelijk bleek werk te vinden in zijn oude beroep van scheepswerktuigkunde, besloot Lamberts van de fotografie zijn beroep te maken. In 1947 werkte hij vier tot vijf maanden bij de fotograaf Drent in Arnhem en vervolgens tot 1952 bij foto- en filmbedrijf Niestad in Hilversum. Daarna werkte hij tot 1981 als schoolfotograaf.